top of page

OPINIE: Trump mag voor mijn part elke week een brandbrief sturen


De NAVO-top zorgt voor spanning. Wat zal de houding van de Amerikaanse president Trump ten opzichte van ons land zijn? We betalen te weinig, herhaalde hij onlangs in een brief aan premier Michel.

De Belgische onderfinanciering van Defensie is al decennialang een feit. Op de NAVO-top in Wales in 2014 beloofden we tegen 2024 2 procent van ons bruto binnenlands product aan Defensie te spenderen. De daling is gestopt, maar we zitten nu nog maar aan 0,91 procent bbp (3,9 miljard euro). Dat is niet genoeg. Zeker niet voor een land waar de zetel van de NAVO en SHAPE (NAVO's militaire commandocentrum) is gevestigd. Er zijn kapers op de kust. Daar maakt de VS nu gebruik van.

Zo spendeert Polen nu al 2 procent bbp. De discussie om de zetel te verhuizen, wordt weer opgerakeld. Warschau is zeker kandidaat. Op de zitting van de NAVO Parlementaire Assemblee, in mei, hoorde ik de Poolse president verklaren dat Polen tegen 2030 naar 2,5 procent wil gaan. België zou dan aan 1,3 procent zitten.

Tijdens de vergadering zag men mij met de nek aan omwille van onze positie, als slechtste leerling van de klas. Maar in de wandelgangen sprak Republikeins congreslid Mike

Turner uit Ohio me aan. "Listen," zei hij, "buy the F35 and it's okay for us". De Amerikanen willen ons pushen om onze F-16's te vervangen door Amerikaanse toestellen. Die tijd is voorbij. Onze regering moet durven kiezen in het belang van onze burgers en bedrijven.

Voor mijn part mag de Amerikaanse president elke week een brandbrief sturen naar de Wetstraat 16. Premier Michel gaf al aan niet onder de indruk te zijn. En terecht.

De 2 procent-norm is overigens maar één - zij het gewichtig - aspect van de NAVO-solidariteit. Naast 'cash' zijn ook 'capabilities' en 'commitments' belangrijk. Jens Stoltenberg, secretaris-generaal van de NAVO, stipte meermaals aan dat de bondgenoten hun inzet in alle drie de C's moeten benadrukken.

Bovendien moeten we beter afspreken wat in die 2 procent vervat zit. Als een derde van ons defensiebudget opgaat aan personeel (lees: pensioenen), is de NAVO daar dan bij gebaat? Moet er ook niet gekeken worden naar onze investeringen in uitrusting van onze militairen, in de modernisering van onze kazernes, in de werken die de EU-partners doen om de militaire mobiliteit van de NAVO in Europa te verhogen?

Op twee van de drie C's scoort België lang niet slecht. We investeerden onlangs in de aankoop van fregatten - een dossier dat niet zo gepolitiseerd is als dat van de noodzakelijke vervanging van onze F-16's. Ook voor de Landcomponent schaffen we heel wat nieuw materiaal aan dat de performantie van onze militairen ondersteunt.

Voorts zijn onze troepen in NAVO-verband actief in het Balticum, een trainingsmissie in Irak, en in Afghanistan. België staat ook in voor de infrastructuur en beveiliging van de NAVO-zetel.

President Trump splijt (bewust) zijn Europese NAVO-bondgenoten onderling tussen 'appeasende' lidstaten en lidstaten die stilaan van Trumps pestgedrag willen afbijten. Hij speelt met vuur. Een van de belangrijkste topics vandaag is de verhouding tot Rusland. Dat is gebaat bij onderlinge westerse verdeeldheid. Laat nu net enkele dagen na de NAVO-top, op 16 juli, Donald Trump op bezoek gaan bij Vladimir Poetin.Ondertussen boekten we binnen de EU vooruitgang op vlak van samenwerking qua defensie, met PESCO en een Europees Defensiefonds. Brexit maakt komaf met de grootste dwarsligger daarvan. Het maakt Washington zenuwachtig, want de VS was steeds hofleverancier van ons militair materieel. Amerikaanse invoerheffingen scherpen de onderlinge EU-solidariteit en zelfbewustzijn verder aan. Onze defensie-industrie kan er maar voordeel bij hebben. Laat ons met die gedachten in het achterhoofd naar de NAVO-top trekken.

Deze opinie verscheen in De Morgen van 10 juli 2018. Lees ook dit artikel.


bottom of page