OPINIE: Laat ons de aanslagen nooit vergeten
Twee jaar na de aanslagen van Zaventem en Maalbeek zijn de wonden nog niet geheeld. We mogen die aanvallen nooit vergeten, maar moeten ook vooruitkijken. We moeten ons voorbereiden op de nieuwe veiligheidsuitdagingen.
Na de aanslagen van Zaventem en Maalbeek, nu twee jaar geleden, opperden velen dat terreur het nieuwe normaal was. Dat mogen we niet toestaan. We zijn het aan de 32 doden en 340 gewonden die toen vielen verschuldigd. Maar ook aan alle andere burgers. Uit een recente bevraging blijkt dat een kwart van de Brusselaars drukke plekken zijn gaan mijden na de aanslagen van 22/3. Een op de vijf vermijdt zelfs het openbaar vervoer, de anderen zijn alerter geworden.
We hebben ingezien dat rationeel en efficiënt investeren in veiligheid noodzakelijk is. Veiligheid is geen rechts of links thema, het is er voor iedereen. We hebben leren leven met militairen in ons straatbeeld. Met kerstmarkten die door betonblokken waren afgebiesd. En met strengere controles op de luchthavens.
Hebben we aan vrijheid ingeboet? Nee. Maar vrijheid kan niet gedijen zonder veiligheid. België voerde na de aanslagen gelukkig nooit de noodtoestand in - in tegenstelling tot Frankrijk, dat daar maar moeilijk weer vanaf kwam. Andere wetten waren gericht op onze veiligheid. Die is wel degelijk groter geworden. Omdat onze veiligheidsdiensten nu meer inzetten op samenwerking. Omdat we - ook in de Europese Unie - hebben gesnapt dat onze structuren interoperabel moeten zijn.
Geen sluimerstand
Maar we mogen niet in sluimerstand raken. In Irak en Syrië werd IS verslagen door een internationale coalitie waarvan ook ons land deel uitmaakte. Eind januari werd het dreigingsniveau na meer dan twee jaar van drie teruggebracht op twee. De verwachte grote terugkeer van foreign terrorist fighters (FTF) bleef uit. Maar de dreiging zal nooit helemaal weggaan als we teruggekeerde FTF’s niet opvolgen. En als we geen oog hebben voor de potentiële dreiging van homegrown terrorist fighters (HTF).
Dat betekent elke dag oog hebben voor de voedingsbodem die die mensen kan doen radicaliseren tot gewelddadige extremisten. Dat betekent ook dat we moeten ijveren voor een buitenlandbeleid dat onze veiligheid garandeert. Binnenlandse zaken zijn vaak gelieerd aan buitenlandse. Als wij wegkijken van de buitenwereld, komt die uiteindelijk de aandacht opeisen in ons land.
Onverantwoord
Het terugschroeven van genomen veiligheidsmaatregelen zou onverantwoord zijn. Terwijl de nasleep van het ene conflict speelt, moeten we werk maken van de preventie van het potentiële volgende. We mogen niet talmen, maar moeten inzetten op onderwijs, op een inclusieve samenleving (in eerste instantie op lokaal vlak), op actief burgerschap in een open samenleving. Dat impliceert dat we elke burger in ons land kansen geven om zich te ontplooien, maar ook verantwoordelijkheden laten nemen.
De veiligheidsuitdagingen van de 21ste eeuw dwingen ons tot het vinden van een nieuw evenwicht tussen onze veiligheid en vrijheid. Steeds binnen het kader van de rechtsstaat. Met het incident tussen het Verenigd Koninkrijk en Rusland in het achterhoofd, vraag ik me af of wij voldoende zijn voorbereid op een biologische of chemische aanval? Iedereen kan tegenwoordig een lichtgewicht drone bemachtigen; hebben we alle mogelijke toepassingen daarvan bekeken?
Is onze vitale infrastructuur zoals het elektriciteitsnet en kerncentrales wel afdoende beveiligd tegen hackers in dienst van een staat of werkzaam bij een non-state actor? De cijfers over cybercriminaliteit zijn alarmerend. De totale financiële schade loopt in de miljarden voor ons land. Tegelijk zien we steeds meer dat een 'hybride' oorlogsvoering de rigueur wordt. Zelfs op de Veiligheidsconferentie van München vorige maand stond die thematiek te weinig op het voorplan.
Alert blijven
We moeten ons niet alleen voorbereiden op veiligheidsuitdagingen, we moeten ook ons reactie- en incasseringsvermogen weerbaarder maken. Met een andere veiligheidscultuur zouden er vandaag waarschijnlijk minder problemen geweest zijn met het ASTRID-communicatienetwerk. Zou het geen uur hebben geduurd eer het openbaar vervoer werd stilgelegd na de eerste aanslag op Zaventem. Zou de luchthaven geen weken ontoegankelijk gebleven zijn. Zou Salah Abdeslam geen vier maanden kunnen onderduiken in een Brusselse wijk.
Maar we hebben niets aan een 'wat als'-geschiedenis. We moeten voorbereid zijn op de toekomst. We zijn alerter geworden; we moeten het blijven. Laat ons daarom stilstaan en nooit vergeten. Maar laat ons vooral vooruitgaan. Met zijn àllen.
Veli Yüksel (CD&V) is federaal volksvertegenwoordiger en zetelde onder meer in de commissie Terrorismebestrijding. Deze maand publiceerde hij het boek 'Veiligheid voor iedereen. De strijd tegen gewelddadig radicalisme' (Polis).
Dit opiniestuk verscheen online in De Tijd